Varen op de Wadden is toch iets anders dan varen op de Kaag of het IJsselmeer.
Dat stelt dus ook andere eisen. Je moet nét even wat meer weten. Je moet nét even wat meer aan kunnen. En je boot moet voldoende toegerust zijn.
Alles wat je moet weten vind je in het prachtige boek “Handboek Varen op de Waddenzee" van Marianne van der Linden.
Als je dit boek gelezen hebt, dan kun je de rest van deze pagina wel over slaan.
Het boek is zeer compleet en vooral uiterst aangenaam leesbaar. Een echte topper!
Je boot moet redelijk zeewaardig zijn. In de zeegaten en de grote diepe geulen kan soms een fikse golfslag staan. En er staat stroming, soms meer, soms minder.
De belangrijkste zaken om op orde te hebben zijn
Natuurgebied
De Waddenzee is een gevoelig natuurgebied. Het is mooi en rustig, maar kwetsbaar. Houd daar dus rekening mee. Lees de Erecode goed en houd je daar aan.
Vaar niet door de afgesloten gebieden. Je verstoort de natuur en je loopt het risico van een flinke boete.
Navigatie
Als je een tocht gaat maken, moet je de tocht goed plannen. Je gebruikt een actuele zeekaart, en je houdt rekening dat er tóch weer zaken gewijzigd kunnen zijn.
Zorg dat je vooraf een goed beeld hebt van de tocht, zodat je weet wat je gaat tegenkomen.
Houdt er rekening mee dat een tocht kan tegenzitten. Je kunt vastlopen (meestal kom je na verloop van tijd vanzelf weer los) of het weer kan gaan tegenvallen.
Getijden
Zorg voor een getijdentabel van de locatie waar je vaart. Of gebruik QuickTide App.
Plan je tocht zorgvuldig, rekening houdend met de stroom. De zeegaten zijn het rustigst als er weinig stroom staat. Dat is een uur na laagwater en een uur na hoogwater.
Bij een flink hoogwater kun je in Harlingen de Noorder- en Zuiderhaven niet uit. Dan is de Sassluis gesloten.
Als je tocht over ondieptes gaat, houd dan goed rekening met een eventuele verlaging van de waterstand (bijv. bij oostenwind). De zeeverkeersposten melden dit in hun twee-uursberichten. Je vindt de verhoging/verlaging ook in QuickTide App .
Kortom informeer je goed als je je tocht plant en vóór je vertrekt.
Geulen en betonning
Zorg dat je het systeem van boeien (groen-rood, scheidingstonnen, cardinaaltonnen, etc.) goed begrijpt. Soms liggen geulen vlak bij elkaar en kun je makkelijk in de war komen.
Vaar niet buiten de boeien, tenzij je goed weet wat je doet. De dieptes kunnen soms aanmerkelijk anders zijn dan op de kaart is aangegeven. De boeien liggen meestal wel goed.
De KNRM waarschuwt nadrukkelijk voor het varen van niet-betonde routes in de zeegaten; ook al geeft je navigatieprogramma dit aan als mogelijke route.
Blijf in de zeegaten vooral binnen de betonning.
Getijden en dieptes
Als je over ondiepe stukken (meestal wantijen) gaat varen, informeer altijd naar de laatste lodingen. Je vindt deze in de Wadvaardersdieptestaat en ook in QuickTide App.
De dieptes kunnen snel wijzigen, één storm is genoeg daarvoor. Geulen kunnen zich verleggen. De betonning wordt niet dagelijks daar op aangepast.
Meer informatie over het getij en voor het berekenen of je over een ondiepte heen kunt vind je hier.
Havens
De jachthaven op de eilanden kunnen in de zomer erg druk zijn. Raadpleeg vóór je vertrek de website https://waddenhavens.nl/.
Weer
Zorg dat je de weerberichten goed bijhoudt. Luister naar het marifoonweerbericht, dat is opgesteld voor het Waddengebied. Het waait op de Wadden vaak harder dan in het binnenland.
En ga bij mist niet op pad. Je raakt makkelijk de weg kwijt. En met een zicht van 500 meter is varen voor de meeste plezierschippers gewoon verboden.
Informatie
Zorg dat je goed geïnformeerd bent: luister naar de twee-uursberichten van de zeeverkeersposten. Dan weet je bijvoorbeeld of een haven deze dag gestremd of vol is.